Roei- & Zeilvereniging Daventria
Door Wim van der Hoek
Voor wie het niet weet, de Elfstedenroeimarathon is een jaarlijks terugkerende happening, in het weekend na Hemelvaartsdag. De start is op de vrijdagavond om 20.00 uur in de Prinsentuin in Leeuwarden. De tocht over 210 kilometer wordt geroeid in een C2 met stuur en elk team bestaat uit maximaal 12 personen. Ieder team bepaalt zelf waar en hoe vaak de bemanning wordt ververst. De meeste ploegen wisselen steeds na ongeveer 10 kilometer en roeien dus in estafettevorm. De boot moet binnen 24 uur terug zijn in Leeuwarden. Na de start, richting Dokkum gaat men dus het donker tegemoet. Elk team krijgt een stempelkaart mee, waarop onderweg net zoals bij de beroemde schaatstocht, in elke “elfstedenstad” (en in Woudsend) een stempel moet worden gezet.
De ERM trekt ploegen uit heel Nederland, België en Duitsland, dit jaar in totaal 88. Wij deden als mix ploeg mee in de wedstrijdcategorie, wil je een elfstedenkruisje verdienen moet je binnen drie uur na de winnaar eindigen. Is dat nog te hoog gegrepen doe dan mee in de toercategorie.
Elke boot moet voldoen aan een aantal vereisten, zoals boordverlichting, spatzeilen op de riggers, voldoende drijfvermogen en op de meren moet de bemanning een zwemvest aan. De deelnemers moeten uiteraard beschikken over een goede roeiconditie en de trajecten moeten vooraf goed worden bestudeerd. Een verkeerde afslag betekent immers onnodig tijdverlies en onderweg zijn er flink wat obstakels zoals lage bruggen, versmallingen en niet te vergeten, stempelposten.
De voorbereiding verliep dit jaar niet helemaal vlekkeloos. Twee weken voor de start meldde een roeier, die zich niet fit voelde, zich af. Gelukkig was er snel een vervanger gevonden. Ook voor de walploeg moest door ziekte, op het laatste moment nog een vervanger worden gevonden, maar ook dat lukte. Twee dagen voor vertrek, scheurde er een spant in de Rapper. Maar dankzij de kundige handen in onze werkplaats, kon dit snel en keurig worden gerepareerd. En bij het oefenen van de wissels, sloeg de boot bijna om. Een goede les, want iedereen stond hiermee gelijk op scherp.
Dit jaar waren de weersvooruitzichten goed: droog, niet al te veel wind en ook niet te warm. Een klein nadeel dit jaar, was dat het hemelvaartweekend relatief vroeg viel. Dat betekent immers dat het langer donker is dan wanneer de tocht eind mei wordt geroeid.
Op vrijdag 10 mei vertrokken we met z’n allen naar Leeuwarden, met twee boten op de botenwagen. Het draaiboek dat al jaren meegaat, is door Kätheli ook dit jaar weer geactualiseerd en vormde de leidraad voor de tocht en de hele logistiek eromheen. Naast de bemanning, gaat er een walploeg mee die bij elke wissel de roeiers en de stuur helpt met in- en uitstappen. Elk roeikoppel verplaatst zich met een auto naar het volgende wisselpunt. Zo hebben de roeiers tussendoor steeds voldoende tijd om uit te rusten, te eten of wat te slapen. Er gaan dus nogal wat auto’s mee, waarbij het essentieel is dat de autosleutel niet door een vers roeikoppel in de boot wordt meegenomen! Voor de twee sturen was een aparte auto geregeld. Kortom, een flinke logistieke operatie. Naast ons mixed-team (Davmix24), was Daventria vertegenwoordigd met een drietal, dat dus de hele 210 kilometer met dezelfde bemanning heeft gevaren. Respect! Dit verslag gaat verder over het mixed team.
De roeikoppels waren dit jaar: Marieke en Niels, Karin en Peter, Anne-Marie en Dee, Kätheli en Han, Erika en Martin. De twee sturen waren Kees en Wim. De roeikoppels werden na elke etappe vervangen, de sturen bleven 2, 3 of 4 etappes in de boot. De walploeg werd gevormd door Gilles en Sjirk, die tot de volgende ochtend actief waren, en toen door Maartje en Paul werden vervangen. Henriëtte en Dirkje zorgden met toewijding voor de twee sturen.
Na een lekkere maaltijd, met dank aan Anne-Marie en Maartje, kon op vrijdagavond half 7 de Rapper naar de start roeien, met Marieke, Niels en Wim. De rest van het team en de walploeg kon op het gemak de auto opzoeken en naar de Prinsentuin of de eerstvolgende wisselplek rijden. Helaas was er opnieuw tegenslag! De auto van Dirkje kon niet worden ingezet, omdat één of andere ellendeling twee van de banden lek had gestoken! Geen tijd om lang te treuren. Onderling werd er wat geschoven met de auto-bezetting en er was snel een vervangende auto geregeld. Marieke, Niels en Wim kregen hiervan niets mee en konden zich rustig voorbereiden op de start.
In de Prinsentuin moest nog een klein uurtje worden gewacht op het startschot en bleek het helemaal niet zo warm te zijn. Het zonnetje scheen wel, maar de noordenwind was best fris. De hoeveelheid publiek en de aanmoedigingen van onze eigen supporters zorgen daar wel altijd voor warmte. Maar het was toch fijn dat we lekker snel, met startnummer 8 op de boeg konden starten. Nummer 7 was al snel door ons ingehaald en zo gingen we voortvarend van start. Even onder Bartlehiem moesten we echter naar de kant. Eén van de slidings van de boegroeier bleek los te zitten en een flink stuk te zijn verschoven. Zo kon Niels natuurlijk niet verder roeien. Het is nogal lastig om, zittend in de boot, een sliding te verplaatsen. Niels wurmde zich in een kronkel, maar kreeg het niet voor elkaar, dus toch maar eerst door naar Bartlehiem. Daar stond natuurlijk het volgende roeikoppel (Karin en Peter) al vol adrenaline klaar om in te stappen, maar ze moesten wachten. Gelukkig was het euvel nu snel verholpen en kon de tocht met verse roeiers worden vervolgd. In een strak tempo, tegen de wind in, passeerden we Burdaard en begon het al wat te schemeren. Na de brug bij Klaarkamp, kwam de volgende wissel.
In het donker is het steeds een uitdaging voor de stuur en de walploeg, om elkaar te vinden, zeker bij Klaarkamp, waar alle 88 teams met hun wissels staan te trappelen van ongeduld. Onze walploeg was te herkennen aan een shirt met ronde rode lampen, en onze boot was herkenbaar met groene en rode lampjes op de kragen van de riemen. Nu was het de beurt aan Anne-Marie en Dee.
Vooraf had dit koppel met stuur Wim flink geoefend op het liggen in de boot, want het ging nu door Dokkum. Het rondje Dokkum is één van de lastigste stukken van deze tocht. Dat begint bij de zeer lage Ee-brug (liggen!) die zo’n twintig meter lang is, waar je dus vaart moet houden en waar je ook nog tegenliggers onder de brug kunt krijgen. Vlak voor de brug moesten we helaas stoppen, omdat er al enkele zeer snelle ploegen de stad weer uitkwamen en daarom voorrang kregen. Gelukkig konden wij nog wat vaart houden en gleden we soepel onder de brug door. Kort daarna volgde de Altenabrug, en dat betekende weer: liggen. Dan stuurboord aanhouden en naar de stempelpost. Hier zou de walploeg helpen met stempelen, maar voordat die de Rapper zag, had een willekeurige passant al geholpen om de stempel te laten zetten. Yes, de eerste stempel was binnen! Snel door naar de Woudpoortbrug, weer liggen en onder luid gejuich van supporters van Wim, werd ook deze brug genomen. Daarna om het bolwerk, hard bakboord uit, waar tot ons genoegen een aantal boten rechtdoor voer! Die waren we voorlopig kwijt, haha. Dan snelheid maken om door een soort tunnel heen te varen, die te smal is om fatsoenlijk te roeien; ging ook goed. Snel weer door naar de Altenabrug en soepel liggend er onderdoor. Nu nog de Ee-brug. Snelheid maken en dan….. HOUDEN! We mochten er niet door van de organisatie, omdat de boten die de stad in moesten, nu ineens voorrang kregen. Woede en frustratie in de boot, bij ons en de andere boten die hier werden tegengehouden. Weg ritme… Na enkele minuten mochten we verder, maar met te weinig vaart kwamen we niet goed onder de brug door en dreven we ook nog tegen de stuurboordwal. Met kunst- en vliegwerk konden we uiteindelijk weer verder varen, maar het duurde toch even voordat we de boosheid hadden omgezet in goed roeien.
Toen de boot bij Klaarkamp aankwam, was het inmiddels helemaal donker geworden. Hier stonden Kätheli en Han klaar voor hun eerste shift en Wim mocht na ruim vier uur stilzitten, eindelijk de stuurtouwtjes overdragen aan Kees. Bij het instappen kreeg Kätheli per ongeluk een klap met de stok van de walploeg, maar ze kon gelukkig door. Toch even schrikken!
Kees stuurde de boot door Burdaard terug naar Bartlehiem.
Daar hielpen Erika en Martin twee -door zichzelf- uitgewrongen Daventrianen uit de Rapper, om vervolgens hetzelfde te gaan doen richting het Elfstedenmonument. Scherp bakboord uit een smalle brug onderdoor, en met gunstig weer recht op Aldtsjerk (Oudkerk), half, half, driekwart en gaan, we meten het tempo niet maar tikken soepel door op gevoel, 25/26? Weer de hoek om het dorp door, onder luid gejuich langs het caféterras -hoe leuk is dat- in volle vaart op het Oudkerkstermeer af, en -bam- boven op een boei. Niks van gemerkt verder, behalve het commentaar na afloop van een schouderophalende Gilles “ja, even bij gebogen". We pakken de draad weer op, al zijn we een beetje kwijt hoe ver we nog moeten. Is het al tijd voor de laatste kilometer en kan de gaskraan nog verder open? De ‘20 minuten’ van de stuur zijn er maar 10 als de wisselplek bij de ‘Tegeltjesbrug’ in zicht komt. Daar stappen de roeiers in het vervangend vervoer, een citroën C3 met zat slaap- en beenruimte voor een kleuter, om tegen middernacht in Osingahuizen, bij Heeg, de benen te strekken in de voorstoelen, klaar voor een hazenslaapje, wachtend om het weer over te nemen van koppel nummer 4.
Ondertussen roeien Marieke en Niels als volgende koppel door. Op naar de volgende stempel, in Leeuwarden bij Roeivereniging Wetterwille. Door een goede voorbereiding was ook hier de stempel snel gezet en kon de boot weer snel voort. Bakboord uit, en dan naar stuurboord over het Van Harinxmakanaal. Hier is het ’s nachts lekker rustig en is het water ineens heel breed. Even verderop, was de volgende wissel en konden Karin en Peter beginnen aan hun tweede shift.
Kees moest na circa 5 kilometer op het kanaal, letten op een onzichtbare sloot aan bakboord richting Sneek, de Zwette. Als je weet dat die recht tegenover de haven aan stuurboord ligt, kun je die echter niet missen. Vaak zie je nog een boot vóór je, maar je kunt er niet altijd op vertrouwen dat die op de juiste weg zit!
Tijdens de stuurbeurt van Kees, probeert Wim wat rust te pakken. Maar echt lekker slapen doe je niet, opgevouwen in een auto en in de wetenschap dat je er straks weer uit moet. We zochten -klaar wakker- naar het noorderlicht, maar zagen alleen de lichtuitstoot van Leeuwarden. Voor het noorderlicht hadden we in Deventer moeten blijven. Midden in de nacht, bij Nylandsdijk (in the middle of nowhere) nam Wim het stuur weer over van Kees, die er dik 35 kilometer op heeft zitten.
Hier worden Karin en Peter vervangen door Anne-Marie en Dee. Door het verstrijken van de tijd, lagen de boten inmiddels verder uit elkaar en was er duidelijk minder stress bij het wisselen. In een strak tempo ging het verder richting Sneek. Er zou onderweg ergens een pilaar van een brug moeten staan, maar die is niet aangetroffen. Met de wind mee en geen obstakels was dit een fijn traject. Even ten noorden van Sneek was het weer de beurt aan Kätheli en Han. Voor Wim werd het nu goed opletten. De kansen op verkeerd navigeren of een ongeluk zijn hier serieus aanwezig. Vlak voor Sneek is een zeer lage onverlichte brug. Hier gingen we weer soepel onderdoor en ook de volgende, zeer smalle brug, gevolgd door een bocht haaks naar bakboord, werd goed gepasseerd. Dan door de grachten, eerst scherp stuurboord, meteen onder een zeer lage brug door en dan rechtdoor. Nog één lage brug en dan scherp bakboord, en… HOUDEN. Direct na de lage brug, ligt er een boot stil, die de weg kennelijk niet weet, grrrr! Op een haar na, knallen we er bovenop. Sturen en navigeren blijft een kunst en we passeren deze stoorzender. Al snel volgt de stempelpost bij de roeivereniging in Sneek en daar moeten we dus aanleggen. Wim verwacht niet dat de boot voor ons, van Amycus, ineens stil ligt en tikt hun roertje aan. “Bedankt Daventria” horen we en de stem blijkt van Robert Duzijn, die met Amycus meevaart. Gelukkig lopen we allemaal geen schade op, ook Amycus niet, is de stempel snel gezet, en kunnen we door.
Na Sneek houden we het midden van het brede water aan, omdat hier fuiken zouden staan. Geen fuiken gezien, en met nog steeds een windje in de rug, varen we naar IJlst. Als je hier voor het eerst stuurt, is het handig om te weten dat de stempelpost van IJlst aan stuurboord, recht tegenover de molen is. Weer een stempel binnen, en door IJlst over breed water, in een pittig tempo naar de volgende wissel, bij Osingahuizen. Hier mogen Erika en Martin de boot in, met zwemvest, want we gaan richting het Slotermeer. Wim zit intussen al twee shifts met zijn zwemvest aan.
Vóór het Slotermeer, moet nog in Woudsend (geen elfstedenstad) worden gestempeld. Het is fijn dat de walploeg hier helpt, want de kademuur is veel te hoog om even uit te stappen. Dankjewel walploeg! Nu naar het Slotermeer. Hier blijkt dat de wind is gedraaid naar een meer oostelijke richting en dat is niet gunstig. De golven komen schuin tegen de boeg en dat roeit en stuurt bepaald niet lekker. Af en toe spat er water in de boot, maar er slaan geen golven binnen. Het is gelukkig wel licht aan het worden, zodat de hier aanwezige boeien de vijf kilometer lange route over het meer naar Sloten goed zichtbaar houden. Dan Sloten door, waar kort achter elkaar drie smalle bruggen nopen tot slippen en weer de draad oppakken. Vrij irritant voor de roeiers. Een haaksebocht naar bakboord, nog een brug en dan richting stempelpost en de volgende wissel. Ook hier weer dank aan de walploeg.
De tocht wordt vervolgd met Marieke en Niels, Wim blijft nog steeds zitten. Weer naar het Slotermeer en daar met de wind schuin achter ons, naar Balk. Weliswaar hebben we hier de wind niet tegen, maar het gebeuk van de golven veroorzaakt permanent onbalans en maakt het roeien en sturen erg zwaar. Het is dan ook een opluchting als we de haven van Balk invaren, de luwte in. Maar hier hebben we de ene na de andere smalle brug, Niels moet bukken en de stuur moet dus scherp blijven. Na Balk volgt een vervelende passage onder de weg, die te smal is om te roeien, en voorafgegaan wordt door een bocht naar bakboord met direct een kronkel naar stuurboord. Hier gaat de vaart eruit en moet Wim peddelen. Met de peddel en het harken van de roeiers wurmen we ons door deze goot en gaan we de Luts op. Inhalen is hier onmogelijk. De Luts is smal, er staat beschoeiing met vervelende paaltjes, er hangen takken over het water, er zijn waterplanten en soms stenen op de bodem langs de kant. Bij Kippenburg zijn roeiers en stuur dan ook blij dat dit slopende traject er op zit. Hier neemt Kees na een korte, maar welverdiende nachtrust de touwtjes weer van Wim, na een shift van ruim 43 kilometer, over.
Karin en Peter kunnen hier in een bredere sloot, lekker doorroeien zonder noemenswaardige obstakels. Kees heeft zijn zwemvest al aan, want er wordt nu gekoerst op het tweede meer: de Oude Karre die overgaat op de Morra. Vlak voor het meer worden de roeiers weer vervangen door Anne-Marie en Dee, ook met de zwemvesten aan. Hoewel ook hier sprake is van zijwind, wordt op het tweede meer minder hinder ervaren en kan de boot snel door naar de volgende stempelpost in de haven van Stavoren. Het is fijn om hier vroeg in de ochtend te zijn, omdat er dan nog geen pleziervaart de haven uit komt. De stempel is snel gezet en kort daarna zit dit langste traject van onze tocht erop. Nu mogen Kätheli en Han weer op de rolbankjes plaatsnemen.
De tocht gaat verder, langs de IJsselmeerdijk over een smalle sloot met waterplanten en basalt-blokken in het ondiepe en daardoor “zware” water.
Het besef van tijd begint langzaam te vervagen als even voor negen uur, na iets wat men normaal ontbijt noemt, bij Hindeloopen, Wim weer in de boot stapt, samen met Erika en Martin. Scherp naar bakboord, scherp naar stuurboord, smalle brug, naar de stempelpost. Hier krijgen we het advies om even te strijken, zodat we vaart kunnen maken voor één van de meest hopeloze stukjes van de route. Het blijkt een goede tip, want we gaan soepel met de hulp van de peddel en een beetje roeien, keurig slippend onder het leuke, maar veel te smalle bruggetje door. Hehe, dat hebben we gehad. Het traject daarna blijkt toch onverwacht uitdagend te zijn. Het kronkelt, er staat overal riet, er zijn waterplanten en voortdurend smalle bruggen die het ritme van de roeiers breken. Zeer vermoeiend. Tot zijn eigen verbazing, moet Wim de boot even stilleggen, omdat er een afslag is die hij niet herkent op de kaart. Met de hulp van Erika, constateren we dat we de goede richting hebben gekozen en kan de tocht gelukkig worden vervolgd. Snel door naar Workum!
Op een steigertje in de haven staan Marieke en Niels alweer klaar en wisselen zij soepel Erika en Martin af. Workum is altijd spannend, omdat hier nogal wat pleziervaart komt. Hoe later in de ochtend, des te groter de kans op hinder door motorjachten, waterscooters enzovoorts. Een lage brug en dan de stempelpost. Ook hier aanvaarden we dankbaar de hulp van onze walploeg, en kunnen we snel door. Weer een lage brug, liggen! En dan snel de haven uit. Een grote brul van de stuur is nodig om een onhandig dobberend en veel te groot motorjacht naar stuurboordzijde te krijgen. Gelukkig kunnen we hier allemaal snel voorbij en verlaten we deze stad, via de vaart naar Bolsward. Maar eerst mag, even onder Parrega, de hele bemanning er weer uit en wordt de tocht voortgezet door Karin, Peter en Kees.
Al snel moet Kees de roeiers behoeden voor hoofdletsel, want de brug bij Parrega is weer zeer laag. Ook de stuur zelf moet hier onderuit. Daarna gaat de tocht verder over de brede vaart, met de wind tegen, onder de A7 door naar Bolsward. Bakboord uit, het bolwerk volgen en dan is daar alweer de volgende stempelpost. Hier wordt ook gewisseld. Anne-Marie en Dee nemen de riemen over. Na Bolsward, bakboord aanhouden en dan de lange kronkelige vaart richting Harlingen op. De vaart is hier lekker breed en het hoge riet geeft wat beschutting tegen de wind.
De zon schijnt inmiddels volop als bij Hanzumatille (wie kent het niet?) Kätheli en Han, samen met Wim in de boot stappen. Kees heeft weer even pauze. Leuk detail is dat clubicoon Leen ons team hier kwam aanmoedigen. De roeiers hebben zich lekker ingesmeerd met zonnebrandcreme en dat is te zien. De olie en het zweet lopen dwars door hun wenkbrauwen de ogen in. De stuur ziet twee roeiers met hun ogen dicht, maar in een strak tempo gedisciplineerd het bochtige traject afraffelen. Zonder te kijken horen ze “stuurboord sterk” en “bakboord best”, zo gaat het hier constant door tot Kimswerd, waar het weer de beurt is aan Erika en Martin.
Op naar Harlingen! Nog wat bochten, onder de A31 door, scherp stuurboord en wat smalle bruggen, en daar is aan bakboord de stempelpost en…. geen walploeg. Foutje of niet, de stempel wordt snel gezet door bereidwillige helpers op de wal. Hierna nog maar één stempel.
Scherp naar bakboord, na de brug direct stuurboord en richting de haven van Harlingen. Hier is nog een gevaarlijk lage brug. Erika gaat wel liggen, maar niet plat genoeg. Gelukkig reageert ze snel als Wim roept dat ze nog platter moet en zo wordt ook deze hindernis schadevrij genomen. Nu over het Van Harinxmakanaal, waar de oostenwind vrij spel heeft. Er is weinig pleziervaart en daarom hebben we niet, naast de tegenwind, ook nog veel hinder van golven in deze klotsbak. De hele bemanning wordt bij Ungabuurt (het bestaat echt) weer vervangen. Kees gaat met Marieke en Niels op weg naar Franeker, naar de laatste stempel.
Het blijft een uitdaging om van het kanaal de juiste afslag aan bakboord te vinden. Kees heeft zich echter goed voorbereid en neemt de juiste (haardspeld)bocht. Daarna rechtdoor, enkele smalle bruggen, waarna je terechtkomt in een kom. Daar zie je schuin voor je aan bakboord een witte brug, waarvan je denkt dat je er niet onderdoor kunt. Dat is echter de brug waar je wél onderdoor moet en dat gaat eigenlijk best makkelijk. Nu volgt het bochtige bolwerk en na enige tijd, komt de laatste stempelpost in zicht. Vreugde in de boot als “Franeker” is gestempeld! Nog een stukje over het bolwerk en dan de stad uit, haaks bakboord en naar de volgende wissel, bij Dongjum. Voor Marieke en Niels zit het erop. Karin en Peter kunnen nu over een vrijwel rechte vaart, lekker doortrappen, al staat de wind hier weer vol op de boeg. Zij mogen er bij Berlicum alweer uit en zijn ook klaar voor vandaag. Anne-Marie en Dee mogen zich nu uitleven op het kortste traject van de tocht. Eenvoudig is dat niet, vanwege de vele bochten en smalle bruggen.
In Menaam (Menaldum) wacht ondertussen het volgende team, luierend in het zonnetje, op de boot. Van een aardige bewoner van dit dorp, mogen we even in huis naar het toilet en wat water tappen. Eindelijk iets normaals…. Het voorlaatste traject wordt geroeid door Kätheli en Han, Wim gaat weer sturen, voor Kees zit het er op. Gelukkig nu weinig bruggen, maar wel veel bochten. Het loopt gesmeerd en we halen nog even een Duitse boot in, toch altijd fijn, en komen weer op het Van Harinxmakanaal. De boot blijft aan bakboordzijde, want even verder op is aan die kant van het kanaal de laatste wissel! Hier zit het er op voor Kätheli en Han.
Nog één traject, met Erika en Martin, stuurt Wim door Leeuwarden, door de nodige smalle bruggen richting de finish. Erika en Martin zitten al in het bijenpakje, Wim zit nog met zijn dikke stuurjas aan. Als het terrein van roeivereniging Wetterwille in zicht komt, doet ook hij zijn jas uit en zo varen we gedrieën in clubtenue, met een keurige eindspurt en onder luide aanmoedigingen van teamgenoten, walploeg en de speaker aan de kant, als “bezige bijtjes” onder het finishdoek door. Vreugde, trots, tranen, voldoening, rust, highfives, knuffels, mixed emotions, zeg het maar.
De tocht is volbracht in 21 uur en 11 seconden. Daarmee zijn we over-all 17e geworden, en van de 7 deelnemende mixed teams als vierde geëindigd, waarmee we tevreden mogen zijn. Het elfstedenkruisje is dik verdiend. De boot wordt weer afgeriggerd en op de wagen geladen en de dag wordt afgesloten met een gezamenlijke maaltijd en een rit huiswaarts. In de auto wordt niet veel meer gezegd…..
Zondagochtend zien we elkaar nog één keer, om de Rapper weer vaarklaar op zijn plekje in de loods te leggen. En dan is er koffie, met de oranjekoek die we gisteren hebben gekregen van Wetterwille, een prachtige toespraak van Kätheli: complimenten voor iedereen die heeft meegedaan om deze editie van de Elfstedentocht tot een succes te maken. Voor wat de schrijver van dit stuk betreft: een prachtig avontuur, een goede sfeer en een ploeg die zich niet door tegenslagen uit het veld liet slaan. FANTASTISCH!
Wim van der Hoek