We hebben laag water, dat zal iedereen wel opgevallen zijn. Op het moment van het schrijven van dit stukje, is de waterstand van de IJssel bij Deventer minder dan 1 m + NAP. Door de lage waterstand heeft Rijkswaterstaat voor de beroepsvaart op de IJssel op bepaalde trajecten passeerverboden ingesteld en kunnen schepen niet maximaal beladen worden i.v.m. de beperkte diepgang. Voor ons als roeiers lijkt het allemaal niet zo dramatisch. De hank in het noorden is wat smal, als je de haven uit roeit moet je de boei passeren aan de Deventerzijde (voor passeren aan de noordkant is het immers te ondiep), de kribben in de IJssel lijken opeens wel erg hoog en tussen de kribben gaan liggen gaat niet overal meer. Echter...
Roeien op de IJssel
Ondanks dat het roeien op de IJssel bij deze lage waterstand nog goed mogelijk is, brengt roeien met dit lage water wel degelijk veel grotere risico’s met zich mee dan normaal. Omdat de kans op een calamiteit op de IJssel toeneemt bij laag water, zijn de risico’s van het roeien op de IJssel met deze lage waterstanden, groter dan we gewend zijn.
NU ROEIEN OP DE IJSSEL IS GEVAARLIJKER omdat
- De vrachtvaarder in het midden vaart en niet altijd stuurboordwal kan of zal varen, de vrachtvaarder is genegen het diepste profiel te volgen;
- De vrachtvaarder weinig mogelijkheden heeft tot uitwijken i.v.m. de diepgang;
- Er (bijna) geen ruimte meer overblijft wanneer twee vrachtvaarders elkaar passeren;
- De dode hoek van de vrachtvaarder groter is dan normaal (met minder lading liggen ze hoger). We zijn als roeiers dus nog langer niet zichtbaar vanuit de stuurhut dan normaal;
- We niet kunnen uitwijken tussen de kribben met de roeiboot, niet overal staat nog water tussen de kribben;
- We in onze roeiboot meer last hebben van de zuigkracht van de vrachtvaarder omdat we niet genoeg afstand kunnen houden tot de beroepsvaarder;
- We door de hoogte van de kribben slecht kunnen zien of er schepen tegemoet komen, vooral bij het in en uitvaren van de haven;
- Je aanzienlijk meer vermogen/kracht en stuurbehendigheid aan boord moet hebben dan normaal om relatief veilig te kunnen roeien.
Dus,
- de kans dat je je boot op een krib zet c.q. moet zetten, is groter dan we gewend zijn;
- je vaart langer in de dode hoek van de vrachtvaarder;
- door de kleinere afstand tot de beroepsvaarder is meer kracht en behendigheid van stuur én roeiers nodig om het er goed van af te brengen (om maar niet te spreken van ‘levend’);
- de kans op een aanvaring met een vrachtvaarder is groter dan we gewend zijn.
Vraag je af
- of je daadwerkelijk meer vermogen/kracht en stuurbehendigheid aan boord hebt dan normaal en of je relatief veilig de IJssel op kunt?
- waarom je de IJssel op gaat?
- waarom je stroomopwaarts roeit als je weet dat richting de A1 er circa 13 potentiële gevaarlijke plekken zijn en stroomafwaarts maar 3?
Roeien op de Hank
Roei je op de Hank, vaar dan strak stuurboord wal, zeker in noordelijke richting. Het roeiwater in het noorden is erg smal geworden, zeker daar waar bijna alle skiffjes en 2x ‘uit de bocht vliegen’... Waarschuw elkaar voor tegenliggers en ben als gestuurde boot extra alert op de ongestuurde nummers.
Veel veilig roeiplezier met laag water!
De Veiligheidscommissie