3. Materiaal

3.1 Boottypen bij Daventria

Het materiaal dat we in de roeisport kennen is in de loop der jaren ontwikkeld via overnaads gebouwde houten schepen met vaste banken en dollen op de boorden tot snelle en slanke kunststof wedstrijdboten. Als eerste is omstreeks 1870 bijvoorbeeld het rolbankje geïntroduceerd. Pas later kwamen de riggers die het mogelijk maken om de boot smaller en de riemen langer te maken en daarbij de afstand tussen roeier en dol te optimaliseren. Ook de bladvorm van de riemen is geëvolueerd van lange smalle naar korte en brede bladen. Om een eerlijke competitie te houden zijn er minimale gewichten vastgesteld per boottype. Daarom zien we tegenwoordig innovaties waarbij het gewicht anders verdeeld wordt, bijvoorbeeld de introductie van vleugelriggers die het mogelijk maken om spanten minder zwaar uit te voeren, of zelfs geheel weg te laten. Daarnaast zie je regelmatig introducties van nieuwe rompvormen, geoptimaliseerd voor snelheid dan wel stabiliteit, wendbaarheid, etc. Van recenter datum zijn de zgn. backwing vleugelriggers, waardoor je je voetenbord makkelijker kunt afstellen (de voeten zitten niet onder de rigger). De meeste skiffs worden momenteel met backwings geleverd. Veelal zijn de riggers van aluminium, soms ook carbon. In de verenigingsvloot hebben wij geen carbonriggers vanwege hoge kosten en de gevoeligheid voor schade.

De roeiboten die momenteel bij Daventria in gebruik zijn staan in een overzicht op de website.

De boten zijn als volgt in te delen:

  • Naar de manier waarop er in wordt geroeid, namelijk:
    • boordroeien: de roeier hanteert één riem
    • scullen: de roeier hanteert twee riemen; dit wordt aangeduid met een “x”
  • Naar de manier van sturen, namelijk:
    • met stuurman: een stuurman achterin de boot die het roer bedient.
      In verband met de veiligheid bij roeien op de IJssel verdient dit de voorkeur boven boten met een liggende stuur vóór in de boot ; Een boottype met stuurman is te herkennen aan een “+” in de typeaanduiding (bijvoorbeeld 4+) of een “*” als samenvoeging van “x” en “+” (4x+ = 4*).
    • zonder stuurman:
      • met roer waarbij één van de roeiers het roer met een voet bedient.
        Dit is de normale uitvoering bij boordroeien zonder stuurman, te herkennen aan een “-“ in de typeaanduiding (bijvoorbeeld 4-).
      • zonder roer waarbij uitsluitend met de riemen wordt gestuurd.
        Dit is de normale uitvoering bij het scullen, waarbij de “-“ wordt weggelaten (bijvoorbeeld 2x).
    • Naar de manier waarop de huid van de boot is vervaardigd, namelijk:
      • kunststof
      • hout
    • Naar boottype, te weten:
      • C-boten
      • Wherry’s
      • Gladde boten (d.w.z. zonder kiel).

3.1.1 C-boten

C-boten zijn schepen met een multiplex of een kunststof huid van circa 2 à 3 millimeter dikte. Ze zijn meestal aan de bovenzijde open en hebben een buitenkiel.

Bij Daventria beschikken we over:

Scull boten  
C-één (of C-skiff) C1x
C-dubbeltwee met stuurman C2x+
C-dubbeldrie zonder stuurman C3x-
C-dubbeldrie met stuurman C3x+
C-dubbelvier met stuurman C4x+
Boordboten  
C-twee met stuurman C2+
C-vier met stuurman C4+

C-materiaal is uitermate geschikt voor het geven van instructie, voor toertochten en recreatief roeien in het algemeen. Ook marathons worden i.h.a. geroeid in C-materiaal, evenals sommige wedstrijden. De KNRB spreekt daarbij over “Roeiontmoetingen met wedstrijdkarakter”.

3.1.2 Wherry's

Wherry's zijn stevige, brede, open toerboten, ingericht voor scullen met een of twee stuurplaatsen. Daventria heeft twee wherry’s en een “Scout” die we voor het gemak ook in dezelfde categorie plaatsen. De IJsselscout kan als gestuurde wherry worden gebruikt (1 roeier, 1 stuur) of als ongestuurde 2.

3.1.3 Gladde boten

De scull boten zijn:

Scullboten  
Skiff 1x
Dubbeltwee (zonder stuurman) 2x
Viermet (stuurman) 4x+
Vierzonder (zonder stuurman) 4x-
Boordboten  
Tweezonder (zonder stuurman) 2-
Viermet (met stuurman) 4+
Vierzonder (zonder stuurman) 4-
Acht (met stuurman) 8+

De nieuwere tweetjes en vieren in onze vloot zijn “convertible” dankzij een dubbele set riggers. Dat betekent dat zij zowel op boord als op scull kunnen worden geriggerd. Afhankelijk van het verwachte gebruik hebben wij standaardriggering (sommige boten staan standaard op scull, andere standaard op boord); naar behoefte kan dit worden bijgesteld na overleg met de materiaalcommissaris.

Voor de tweetjes geldt dat het voetenstuur alleen wordt gemonteerd bij boordriggering (tweezonder), bij scullriggering (dubbeltwee) wordt het voetenstuur (indien aanwezig) om veiligheidsredenen in principe niet gebruikt.In bijzondere gevallen (bv bij wedstrijd op zeer bochtig parcours) kan het stuurtje gangbaar worden gemaakt na een verzoek aan de materiaalcommissaris.

3.2 Onderdelen van de roeiboot

3.2.1 Huid

Boten waren voorheen vervaardigd uit één laag dun ceder- of multiplex. Een dergelijke huid is bijzonder kwetsbaar, zodat aan de binnenzijde een versterking door middel van huidspantjes nodig is. Tegenwoordig gebruikt men kunststof of een op de vorm verlijmde huid. Bij dit laatste type huid worden de verschillende, zeer dunne huidlagen in of rond een mal in de uiteindelijke vorm van de boot op elkaar gelijmd. De huid van een wedstrijdskiff is circa 1 mm dik, die van een vier of acht circa 2,5 à 3 mm.

3.2.2 Binnenwerk

In de lengterichting van C-boten lopen drie hoofdbalken: onder in het midden (= kiel) en aan weerszijden de gundels. Deze drie lengteverbindingen komen in de voor- en achtersteven (ook wel boeg en hek genoemd) samen. Het geheel bevordert de stijfheid in de lengterichting van de boot. De stijfheid wordt verder vergroot door de boorden, dit zijn de latten bovenop de boordranden. De boorden komen bij voor- en achtersteven samen in voor- en achterplecht.

Loodrecht op de kiel vormen de spanten de verbinding tussen de kiel, de gundels en de boorden. De gundels zijn onderling door de binten verbonden. De spanten en binten geven de boot stijfheid in dwarsrichting. De zwaardere hoofdspanten dienen tevens om de metalen riggers stevig te kunnen bevestigen. In de lengterichting van de boot over de binten loopt soms nog het lijfhout waarop het voetenbord is bevestigd.

De diagonalen vormen een ander verband waardoor de boot niet in de lengterichting kan torderen. Vooral bij boordroeiboten is dit van groot belang, omdat er grote asymmetrische krachten op de boot werken. De stijfheid van een boot bepaalt in belangrijke mate de kwaliteit van de boot (minder wrijvingsverlies, directe overbrenging van kracht).

De stuurplaats bestaat in wherry's en C-boten vaak uit een echte stuurstoel met zitbankje en rugleuning. Bij de wedstrijdboten heeft de stuurplaats een vast bankje of zitje, terwijl er voor de voeten een lichte buikdenning of een voetenbord is aangebracht.

Bij gladde boten zijn voor- en achterdek van dezelfde kunststof als waarvan ook de romp is gemaakt. In het voor- en achterschip bevinden zich openingen met kurk of ronde kunststof deksels voor de ontluchting. Deze dienen tijdens het varen altijd te zijn gesloten, terwijl deze in de loods ter ontluchting en droging van het inwendige open moeten zijn.

3.2.3 Kiel en roer

Onder boten zonder een uitwendige kiel is aan de achterzijde een metalen kieltje of vinnetje aangebracht. Bij kunststofboten is deze ook wel aangegoten. Het vinnetje zorgt voor de koersvastheid van de boot.

Het roer van de boot bevindt zich onder de boot (wedstrijdboten, doorgestoken roer) of aan de achtersteven bij wherry's en C-boten (ook wel de spiegel genoemd; aangehangen roer). Het roer wordt door middel van stuurtouwtjes bediend. Deze zijn bevestigd aan het roerjuk en het roer draait om de roerpen.

3.2.4 Riggers

Van riggers zijn er vele typen in omloop. De metalen buisconstructie dient zodanig te zijn vervaardigd, dat er ondanks de krachten die er tijdens de haal op worden uitgeoefend, geen verandering in de stand van de dol optreedt. De dollen draaien om een as, de dolpen. Dollen voor sculls zijn kleiner dan die voor boordroeien, omdat scullriemen dunner zijn. Aan de bovenkant van de dollen zit een klepje met een moer om deze dicht te borgen, deze klep wordt ook wel overslag genoemd. Hierdoor kan de riem niet uit de dol schieten.

Bij boordriggers loopt er vaak een drukstang van de bovenkant van de dolpen naar het boord om de dolpen tijdens de haal beter op zijn plaats te houden. De stang die bij het voetenbord op het boord is bevestigd, noemt men de trekstang, de stang loodrecht op het boord de hoofdstang.

Vooral bij boordroeiboten die voor wedstrijden worden gebruikt, komt het voor dat de riggers op verschillende plaatsen aan de boot kunnen worden bevestigd. Als riggers tijdelijk van de boot verwijderd worden, bijvoorbeeld in verband met transport naar een toertocht of wedstrijd, dan is het dus zaak om hierop te letten zodat de riggers in dezelfde positie teruggeplaatst worden. Om dit te vergemakkelijken zijn de riggers gemarkeerd met groene (stuurboord) of rode (bakboord) tape; het aantal tapejes duidt op de positie in de boot (1=boeg, 2, 4 of 8=slag). Let ook op de drukstangen; deze dienen voor transport verwijderd te worden van de riggers (door de topmoer los te draaien).

3.2.5 Riemen

De riemen worden onderscheiden in sculls, voor roeien met twee riemen, en boordriemen (ook wel boordpalen genoemd) voor roeien met één riem. Scullriemen zijn ongeveer 2.90 m lang, boordriemen ongeveer 3,75 m.


De opbouw van de riemen is in beginsel gelijk. Vroeger waren de riemen van hout. Tegenwoordig worden er alleen nog maar kunststofriemen aangeschaft; de boordpalen hebben soms nog wel een houten handvat.

Om onderscheid te maken tussen bakboord- en stuurboordriemen zijn de bakboordriemen  voorzien van een rood, en de stuurboordriemen van een groen bandje ter hoogte van het blad. De bladen van de riemen bij Daventria zijn in de verenigingskleuren geel en zwart geschilderd, waarbij het geel de bovenste helft en het zwart de onderkant van het blad beslaat.

Tegenwoordig wordt voor het roeien in glad materiaal voornamelijk gebruik gemaakt van ‘big blades’ of smoothies. Dit zijn riemen die een iets kortere steel en een breder blad hebben. De bladen van dit soort riemen zijn – anders dan bij Maconbladen – onder een hoek aan de steel gezet, waardoor alleen het blad water pakt en de steel niet. De kortere steel geeft minder windvang en minder ‘zwiep’.

3.2.6 Riemenplein

In 2022 hebben wij voor scullriemen van 1e klas materiaal een zgn. riemenplein ingevoerd, de betreffende riemen hangen in het riemenrek in het middenpad. Dit betekent dat je voor elke 1e klas boot zelf bepaalt met welke riemen je roeit. Als jouw favoriete maat niet meer in het rek hangt, probeer dan eens een andere. De riemen zijn als volgt gemarkeerd op lengte (en dus zwaarte, de binnenhandle is steeds 89 cm):

  • XL (dubbele witte band): 288 cm
  • L (blauwe band): 287 cm
  • M (gele band): 286 cm
  • S (witte band): 285 cm;

De verhouding XL/L/M/S is gebaseerd op het verwachte gebruik. De afstelcommissie volgt dit gebruik en stelt zonodig de verhouding bij. NB het is niet toegestaan zelf aan de riemen te sleutelen.

De riemen zijn hierdoor onafhankelijk van de boten waar ze voor zijn gekocht; de bootnamen op de riemen zijn dan ook vervangen door een code (volgnummer, jaar van aanschaf, BB/SB), de kleurcodering rood (bakboord) en groen (stuurboord) blijft uiteraard behouden. Voor nieuwe boten blijven we riemen aanschaffen, deze worden i.h.a. opgenomen in het riemenplein en vanuit het riemenplan worden dan riemen doorgeschoven naar 2e klas.

Het riemenplein geldt (vooralsnog) niet voor 2e en 3e klas boten, deze houden dus gewoon hun eigen riemen. Het is niet de bedoeling dat voor deze boten riemen uit het riemenplein worden gepakt, omgekeerd ook niet.

Einde 2023 is ook voor boordpalen van gladde boten (achten, vieren, tweetjes) een riemenplein ingevoerd, in 3 zwaartes  van elk 8 palen (de totale lengte van alle boordpalen is steeds ca. 374 cm):

  • Licht: binnenhandle 118 cm (witte band)
  • Middel: binnenhandle 117 cm (gele band)
  • Zwaar: binnenhandle 116 cm (blauwe band)

Opmerking 1: 8 palen uit het riemenplein hebben kunststof handles, de andere 16 hout.
Opmerking 2: het C-materiaal houdt de eigen palen.

Om het riemenplein en daarmee de uitwisselbaarheid van riemen in de verschillende boten mogelijk te maken zijn alle bladhoeken van riemen uit het riemenplein op 0 graden ingesteld. De dolhoek staat standaard op ca. 4 graden. Hierdoor is een goede inpik mogelijk zonder diepen (dolhoek te klein) of over het water slaan (dolhoek te groot).

3.2.7 Bankjes en slidings

Bij elke roeiplaats zijn op de binten (de verbindingen tussen de langsspanten) de slidings bevestigd, waarover het rolbankje kan rijden. Aan de uiteinden van de slidings zitten de zogenoemde ‘stops’ die ervoor zorgen dat het bankje niet van de slidings afrijdt. De bankklemmen aan de onderzijde van het bankje zorgen ervoor dat het bankje aan de slidings blijft hangen als de boot ondersteboven wordt gekeerd. Let op: niet alle bankjes hebben bankklemmen. Tussen de slidings bevindt zich het opstapplankje. Dit is, met het voetenbord, de enige plaats in de boot waarop je je voeten neer kunt zetten. Tussen de kiel en de binten zijn pilaartjes geplaatst om de binten en de gundels bij het instappen niet te zwaar te belasten.

Onze wherry’s (Welgelegen en IJsselcadans) hebben zgn. buikdenningen waardoor het instappen makkelijker is. Dit zijn bodemplaten die het gewicht van de in- en uitstappende roeiers kunnen dragen.

3.2.8 Voetenbord

Het voetenbord is op de gundels of het lijfhout (= langslat onder de boord­rand) en de kiel bevestigd en in de lengterichting van de boot verstelbaar; bij gladde boten is het voetenbord bevestigd op het zgn. emplacement (dit is de vlakke plaat tussen de beide boorden, waar ook de slidings op zijn bevestigd). De voeten steunen op plankjes met hielsteunen en worden met behulp van riempjes op hun plaats gehouden. C-boten en de meeste 2e en 3e klas gladde boten hebben zgn. flexheels waar je je voeten (met je eigen schoenen aan) in zet, het gladde wedstrijdmateriaal heeft vaste schoenen op het voetenbord. Aan de schoenen zijn zgn. heelstrings bevestigd, die zijn bedoeld voor veiligheid. Deze zorgen er namelijk voor dat je voeten uit de schoenen worden getrokken als je omslaat. De heelstrings dienen daarom heel te zijn, goed vast te zitten en niet langer te zijn dan ca. 7 cm. Let hierop voor je instapt! Bij wedstrijden wordt hier altijd streng op gecontroleerd.

3.2.9 Overige voorzieningen

Alleen op wherry's mogen vlaggen worden gevoerd. Voorop hoort het verenigingsvlaggetje, achterop de nationale driekleur. C-materiaal wordt bij tochten in het buitenland achterop vaak voorzien van een Nederlandse vlag.

Tot de inventaris van wherry's behoort ook een pikhaak: een stok met een haak om de boot af te houden of juist aan te halen. Verder hoort bij de voor- en achtersteven een touw aanwezig te zijn, het landvast, om te kunnen afmeren.

Gladde boten moeten op de voorsteven een witte beschermbal of boegbal voeren met een diameter van tenminste vier centimeter, ter bescherming bij aanvaringen. Zorg, om nare ongelukken te voorkomen, dat deze intact is en goed vast zit. Bij wedstrijden wordt de boegbal tevens gebruikt om bij de start de deelnemende ploegen op één lijn te leggen en om bij de finish de doorkomst te registreren. De boegbal wordt altijd gecontroleerd bij wedstrijden.

3.3 Omgaan met materiaal

Met het zeer kostbare materiaal van onze vereniging moet zorgvuldig worden omgegaan. Hieronder volgt een indicatie van de nieuwprijzen van onze boten (in de verschillende klassen) en riemen (prijspeil 2024):

Boottype Klasse Prijs incl. BTW (nieuw) €
Skiff 1 12.000
  2 6.000
  3 5.000
2x/2- 1 - 2 20.000
4x/4+ 1 - 2 31.000
8+ 1 44.000
C2x/C2+/C3 2 17.000
C4x/C4+ 2 21.000*
C1x/C1+ 3 8.000
Wherry 3 15.000
Sculls   700
Boordpaal   450, skinnies: 600

* Prijs Wiersma. Swift is goedkoper, nl. ca. € 17.000.
In hoofdstuk 5 (Stuurtechniek) staan richtlijnen voor het juiste gebruik van het materiaal met als belangrijkste doel schade te voorkomen.

De meeste schade aan het materiaal ontstaat bij het in- en uitbrengen van de boten en bij het aankomen en wegvaren bij het vlot. Het beheerst uitvoeren van deze activiteiten is daarom minstens zo belangrijk als de beheersing van de roeitechniek.

3.3.1 Afstellen

Bij de afstelling van onze boten is het van belang onderscheid te maken in:

  1. Afstellen: specialistisch werk, wordt gedaan door of onder begeleiding van de afstelcommissie. Er geldt een verenigingsstandaard.
  2. Instellen: dit doe je als roeier zelf, afhankelijk van je wensen.

Ad 1. Afstellen. Hierbij gaat het om de hoogte van dollen en riggers, onderscheid bakboord/stuurboord (voor scullboten is de stuurboorddol i.h.a. ca. 1 cm hoger afgesteld dan bakboord), de hoeken van de dolpen, de dol en de riem (samen bladhoek), de lengte van riem en handle, bladtype, manchetten, span, overlap, helling van het voetenbord en de positie van de riggers. Afstelling vraagt om specialistische kennis; daarom vindt afstelling van het materiaal plaats door (of onder begeleiding van) de afstelcommissie. Het is niet de bedoeling dat leden ‘zo maar’ de afstelling van boten wijzigen. Er roeien immers veelal meerdere ploegen in dezelfde boot. Denk je dat de afstelling van een boot niet klopt, neem dan contact op met de afstelcommissie (via het schadeboek op Mijn Daventria). Zo nu en dan worden workshops over afstelling gegeven, deze worden aangekondigd op de website.

Wij hanteren een verenigingsafstelling, met standaarden voor span, hoogte, dolhoek enz.. Deze staan in een (nog te verschijnen) basisdocument Materiaal.

Als vereniging willen we zoveel mogelijk uitgaan van vaste afstellingen, zodat zoveel mogelijk mensen optimaal kunnen roeien en we zo weinig mogelijk tussentijds hoeven te wijzigen. Mocht je niet met deze afstelling uit de voeten kunnen en een specifieke afstelling wensen, bijvoorbeeld voor een wedstrijd, dan kun je hiervoor een verzoek indienen bij de materiaalcommissaris. Ga in geen geval zomaar zelf sleutelen!

Ad 2. Instelling. Hierbij gaat het om zaken die je zelf kunt aanpassen. Zoals de plaats van het voetenbord, de positie van de slidings, de hoogte van de flexheels, de hoogte van de dollen (d.m.v. de gele en rode ringetjes), de stormkraag op de riem en uiteraard de plek voor de riemen (bak/stuurboord) en de oriëntatie van de dollen (de dolpen wijst altijd in de richting van de boeg).

3.3.2 Schades

Als ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch schade is geleden, dient verdere schade zoveel mogelijk te worden voorkomen. Losgeraakte of beschadigde delen moeten altijd worden meegenomen, in verband met reparatie. De schade moet door de bemanning worden gemeld in het schadeboek. Het schadeboek is te vinden in Mijn Daventria. Ook moeten opmerkingen over de staat van de boot in het schadeboek worden gemeld (bijv. de taft is gescheurd, het boord van de skiff zit los, er zijn krassen op de huid). Bij ernstige schade (die door de werf gerepareerd moet worden en onder de verzekering valt) moet door de schipper van de ploeg die schade vaart een zgn. kapiteinsverklaring worden opgemaakt, dit is een korte notitie over de toedracht van het ongeval, voorzien van een situatieschets en foto’s van de schade. In alle gevallen dient het eigen risico van schade betaald te worden door de skiffeur of ploeg die schade vaart, ook dient de ploeg de boot naar de werf te brengen (Wiersma, Heerenveen) en daar na reparatie weer op te halen.

Tot slot heeft het bestuur op basis van haar bevoegdheden het recht een boete op te leggen aan de ploeg die schade heeft gevaren. Dit is van toepassing bij onachtzaamheid of nalatigheid.

3.3.3 Materiaalonderhoud

De boten en riemen worden regelmatig onderhouden om daarmee een zo groot mogelijke levensduur en beschikbaarheid te bereiken. Alle gebruikers van het materiaal werken hieraan mee door zorgvuldig om te gaan met het materiaal, dit na elk gebruik schoon te maken en af te drogen en eventuele schades direct te melden. Vooral niet vergeten de slidings altijd schoon te maken.

Het beheer en onderhoud van onze vloot geschiedt onder verantwoordelijkheid van de commissaris Materiaal. Deze wordt bijgestaan door de commissie Onderhoud vloot. Hiertoe worden regelmatig ‘materiaalavonden’ gehouden, waarop gezamenlijk en onder deskundige leiding klein onderhoud wordt gepleegd aan ons materiaal.
Een ploeg kan in overleg met de voorzitter van de materiaalcommissie besluiten om gezamenlijk een boot waarin zij graag en veel roeien, te onderhouden. Daarnaast organiseert de materiaalcommissie een jaarlijkse vlootschouw, waarin aan ploegen wordt gevraagd een boot te inspecteren a.d.h.v. een inventarisatielijst, en de boot grondig schoon te maken.

3.4 Afschrijven en schade melden

Onder 'Mijn Daventria' kunnen we nu met één en dezelfde persoonlijke inlog onze boten afschrijven en schades melden.

Stap 1 - Inloggen
Ieder lid ontvangt een gebruikersnaam en een wachtwoord op het mailadres dat bij Daventria bekend is. In het menu bovenaan de website staan alle handige links voor 'Mijn Daventria’ bij elkaar. Het inlogveld staat boven aan (vrijwel) iedere pagina. Als je voor het eerst inlogt vul je de verkregen gegevens in en klik je op de knop ‘INLOGGEN’. (Zie afbeelding 1).


Afbeelding 1

Ben je je wachtwoord en/of gebruikersnaam vergeten? Klik dan op ‘WACHTWOORD VERGETEN?’ en je gegevens worden je via de mail toegestuurd. We raden je aan om bij de eerste keer inloggen direct je wachtwoord te veranderen in een wachtwoord dat je goed kunt onthouden. Je hebt er namelijk niks aan als je op de roei staat en je kunt geen boot afschrijven omdat je je wachtwoord en gebruikersnaam niet uit je hoofd kent. Dit regel je via het kopje 'MIJN GEGEVENS > INLOGGEGEVENS' onder ‘Mijn Daventria’.

Stap 2 - Het afschrijfsysteem
Het afschrijfsysteem zit natuurlijk onder de knop ‘AFSCHRIJFSYSTEEM > AFSCHRIJVEN’ en is ook te vinden op de bekende plek waar het oude afschrijfsysteem te vinden was (rechtsboven op www.daventria.com). Hier zie je een overzicht waarin alle boten, de ergometers, de coachboot en de botenwagens onder elkaar staan. Het is een dagoverzicht met links en rechts grijze gebieden die de zonsopgang en zonsondergang weergeven. Linksboven kun je eventueel filteren op boottype, mocht je bijvoorbeeld alleen de skiffs willen zien. Hier kan je ook de gewenste datum voor inschrijven invoeren. Via de knoppen naast het datumveld is het mogelijk naar de vorige of volgende dag, of vorige of volgende week te springen.
Kies bij een boot de datum en tijd waarop je wilt roeien en klik op het gewenste tijdsvak. (Zie afbeelding 2). Het kan zijn dat jouw inschrijving niet geaccepteerd wordt agv bezetting maximale bezetting op het vlot.


Afbeelding 2 – Met naam object, sorteercode, type, bevoegdheid, gemiddeld roeiersgewicht, schoenmaat en riemenplein-advies.

Stap 3 - Boot reserveren
Op je smartphone of iPad is het selecteren wat moeilijk, maar met wat vingeroefening kom je, net als op de pc, in het volgende veld. Je maakt hier je reservering definitief door de boot, de datum en de tijd (max. 1,5 uur) techecken en waar nodig aan te passen. Klik op de knop ‘RESERVEREN’ en je reservering wordt aangemaakt (zie afbeelding 3). Schrik niet, want hierna krijg je nog een venstertje voor de zekerheid. Klik op ‘OK’ en de reservering staat in het afschrijfsysteem.


Afbeelding 3

Boot annuleren
Wil je een boot annuleren dan klik je op ‘AFSCHRIJFSYSTEEM > ANNULEREN’. Hierna kom je op een pagina waar al je reserveringen zichtbaar zijn. Je ziet de datum, tijd en de naam van de boot. Klik op het rode kruisje om de betreffende boot te verwijderen en vrij te geven voor de andere leden. Het icoontje met het potlood links naast het rode kruisje kan je eventueel je reserveringen aanpassen. (Zie afbeelding 4)


Afbeelding 4

Schade melden
Onder het menu 'AFSCHRIJFSYSTEEM’ staat de kop ‘SCHADE MELDEN’. Als je hierop klikt kies je het boottype of ruimte waaraan schade is aangetroffen. Daarna maak je een keuze om welke boot of ruimte het gaat en geef je de datum aan. Ook geef je een kleine omschrijving van de gemaakte of aangetroffen schade. Tevens kan je de boot buiten gebruik stellen. Heb je alles ingevuld, dan klik je op ‘SCHADE MELDEN’ en de commissie Onderhoud vloot krijgt hiervan bericht. (Zie afbeelding 5)


Afbeelding 5

Onder het formulier staat een overzicht met actuele meldingen, het kan zijn dat de schade al bekend is, controleer dat eerst voor je een nieuwe melding doet.

Is sprake van een incident, zoals een aanvaring, maak dan naast de schademelding ook melding van het incident bij de commissie veiligheid via Mijn Daventria > Afschrijven > Incident melden